Wij denken over: de mens en het goede

Huib Schwab, uitgeverij Damon

Hoofdstuk 7,8 en 9

Hoofdstuk 7: Inleiding in de ethiek

  1. Ethiek: is het systematisch en kritisch nadenken over onze moraal; de leer van goed en kwaad
  2. Altruïsme: onzelfzuchtig, wanneer je alles in het belang van anderen doet. Jezelf wegcijferen.
  3. Moraal: het geheel van waarden, normen, regels; verboden en geboden.
  4. Submoraal: eigen regels van een groep mensen.
  5. 'Overrules': gaat boven alle andere oordelen uit.
  6. Prescriptief: vóórschrijvend.
  7. Universeel: overal geldig in dezelfde situatie.
  8. Natuurlijkheid: ons zoveel als mogelijk is natuurlijk gedragen.
  9. Consequentialisme/ gevolgenethiek: het goede is afhankelijk van de situatie, dat hoeft niet steeds hetzelfde te zijn.
  10. Plichtsethiek: je kijkt niet naar de gevolgen van de handeling maar naar de handeling zelf.
  11. Deugdenethiek: kijkt vooral naar de karakters en de instelling van de betrokken personen.
  12. Religie: er is meer dan enkel het alledaagse.

Hoofdstuk 8: Rationele ethiek

  1. Rationalisme: logisch denken met je verstand.
  2. Algemene principes: waar je vanuit gaat, bijvoorbeeld: niet liegen, dus eerlijkheid.
  3. Deontologisch: de mens bezit een goede wil en zal daar uiteindelijk naar handelen.
  4. Categorische Imperatief: wat onvoorwaardelijk geldt.
  5. Utilisme: je doet datgenen wat nuttig is. Ook wel gevolgenethiek genoemd.
  6. Deugdenethiek: Wat is de beste manier van leven?
  7. Klassieke deugdenethiek: de mens komt pas ten volle tot ontplooiing in en door een gemeenschap van mensen.
  8. Vier kardinale [belangrijkste] deugden: 1. Verstand 2. Moed 3. Zelfbeheersing 4. Rechtvaardigheid. Kritiek: cirkelredenering: je bent goed DUS je handelt goed.

Hoofdstuk 9: Moreel gevoel

  1. Moreel gevoel en Intuïtie: naast verstand gebruiken heeft je gevoel ook een belangrijke plaats.
  2. Mens van nature goed: door opvoeding goed houden; Calvinisten vinden dat de mens slecht is en door innerlijk ingrijpen van God enkel het goede kan doen.
  3. Moral sentiment: moraal is een kwestie van gevoel en niet van verstand.
  4. Social Intuïtie model: drie principes: 1. Primaat van de Intuïtie [alarmsysteem] 2. Denken is gericht op doen. 3. Moraliteit bindt en bouwt.