Leerdoelen hoofdstuk 5 ‘Relaties’ + teksten            periode: 3+4

 

Kennen

Van de onderstaande begrippen ken je de definitie en de aanvullende uitleg uit het boek, aanvullende teksten en additional notes zoals gegeven tijdens de les:

 

·        De mens is een sociaal wezen en het verband daarvan met aangaan van relaties

·        Relatie, persoonlijke en functionele relatie, vrijwillige en onvrijwillige relatie

·        Drie kenmerken van vriendschap en daaruit volgende definitie van vriendschap

·        Drie soorten van vriendschap, hoogste vorm van vriendschap + argumenten, strategische vriendschap

·        Verliefdheid + kenmerken verliefdheid, liefdesrelatie + kenmerken liefdesrelatie, verschil tussen verliefdheid en liefde(srelatie), vormen van liefdesrelaties

·        Drie stadia van liefde + kenmerken van elk van deze stadia

·        Jaloezie + kenmerken jaloezie

·        Sociale rollen + voor- en nadelen van deze rollen

·        Sekserollen/rolpatronen, sekserolverwachting, sekserolgedrag, seksesocialisatie

·        Nature standpunt en nurture standpunt over sekserollen

·        Traditioneel en modern christelijk standpunt over sekserollen

·        Islamitisch standpunt over sekserollen + individuele – en groepscultuur

·        Feministisch standpunt over sekserollen + androgyne samenleving

·        1e - en 2e feministische golf: thema’s die centraal stonden en tijdsperiode golf

·        Standpunt Simone de Beauvoir over sekserollen, existentialisme, vrijheid, de vrouw die moet kiezen object te blijven of subject te willen worden

·        Zakelijke taal en beeldende taal

 

Wat moet je kunnen:

·        Kunnen typeren van een beschreven relatie binnen het relatiekwadrant als een persoonlijke of functionele relatie en een vrijwillige of onvrijwillig relatie + kunnen beargumenteren van gekozen typering.

·        Kunnen benoemen of één van de te kennen begrippen relatie, vriendschap en het soort vriendschap, verliefdheid, liefde, jaloezie van toepassing is op een beschreven situatie + kunnen beargumenteren waarom.

·        Kunnen benoemen of één van de te kennen standpunten over sekserollen van toepassing is op een beschreven situatie + kunnen beargumenteren waarom.

·        Verbanden kunnen leggen tussen elk van de te kennen begrippen op basis van de definities en kenmerken van deze begrippen + kunnen beargumenteren van een beschreven verband.

·        Het stellen van levensbeschouwelijke vragen over relaties

 

Teksten:

·        Standpunt hoofdstuk 5 ‘Relaties’ (niet deel ‘vriendschap’ op pagina 81)

·        Reader ‘Aanvullende teksten bij hoofdstuk’ met daarin de teksten:

1.    Vriendschap Drie Kenmerken. Drie soorten. Bij H5 par 2.2

2.    Alles is liefde. Bij H5 par 2.3

3.    Zakelijke taal en beeldende taal

4.    Een traditioneel christelijk standpunt. Bij H5 par 4.3

5.    Simone de Beauvoir. Bij H5 par 6