Praktische Opdracht ‘GOD’ & DOOD
GOD
1. Ben jij gelovig? In het werkboek staan op bladzijde 89 zeven meerkeuzevragen. Geef aan waar jij/jullie staan? Maak er een stukje tekst. Ongeveer 100 woorden.
2. Leg in eigen woorden uit:
- Theïsme
- Agnosticisme
- Atheïsme
Geef vervolgens aan waar je zelf staat en waarom.
3. Gelovige mensen projecteren dat wat zij belangrijk vinden in God. Leg uit waarom mensen dit doen en waarom? Geef ook een voorbeeld.
4. Waarom spreken we van de Grieks/Romeinse cultuur? Leg dit uit.
5. Op bladzijde 110 staat een tekst van Edward Schillebeeckx over de theïstische visie. Wat heeft hij te zeggen over geluk en geloof?
6. Lijden is erg. Bijvoorbeeld door natuurrampen, ziekte etc. Lijden kan echter ook positieve gevolgen hebben. Noem de drie punten uit het boek. Leg ze goed uit en geef aan of je het hier mee eens bent?
7. Staat God voor het goede en het kwade in de wereld volgens Schillebeeckx? Leg dit uit en ben je/jullie het hier mee eens?
DOOD
8. Maak de 12 levensvragen bij de dood [bladzijde 68].
9. Geef kort weer in eigen woorden wat Hindoes geloven [bladzijde 74 tot en met 77].
10. Is er leven na de dood? Geef hier je/jullie eigen mening in ongeveer 100 woorden.