Gewone vragen
en levensvragen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Als we het over levensbeschouwing hebben, gaat het dus niet over
gewone, praktische zaken. Vragen die bij praktische en gewone zaken horen
zijn bijvoorbeeld: Wat is de hoofdstad van Slowakije? Hoe heet de president van de VS? Waar heb ik mijn schooltas gelaten? Dit zijn gewone vragen
die vrij gemakkelijk te beantwoorden zijn. Er zijn ook gewone vragen die
moeilijk te beantwoorden zijn, omdat je er bijvoorbeeld veel kennis voor
nodig hebt. Maar je kúnt ze uiteindelijk beantwoorden, ook al is er veel en
lang onderzoek nodig. Het gaat bij dit soort vragen om feiten: antwoorden die je kunt controleren en bewijzen,
waar we afspraken over hebben gemaakt. De antwoorden op deze vragen staan
(vaak) vast, ze veranderen niet meer. Naast dit soort gewone vragen is er ook een ander soort vragen.
Die zijn niet zo gewoon. Het zijn de levensbeschouwelijke
vragen of levensvragen.
Ze zijn niet gewoon omdat het vragen zijn die misschien nooit te beantwoorden
zijn. Of die in ieder geval nooit met zekerheid te beantwoorden zijn. Deze
vragen zijn belangrijk voor hoe jij naar de wereld kijkt, naar het leven en
naar jezelf. En de antwoorden die
jij probeert te geven zijn ook belangrijk. Zelfs als je weet dat die
antwoorden niet voor altijd vaststaan: ze kunnen steeds veranderen. Het zijn vragen die te maken hebben met waar het in het
leven écht om gaat, bijvoorbeeld: Waar draait het volgens jou om in het leven? Hoe ben jij als mens? Of als vriend(in)? Is ieder mens belangrijk? En planten en dieren? Waarom zijn we hier op aarde? Wat betekent familie voor jou? Waarom is er ongelijkheid op de wereld?
Die vragen zijn niet alleen belangrijk voor jezelf, maar óók
voor anderen. Hoe ga jij met andere mensen, dieren en zelfs planten en dingen
om? Slordig? Zonder nadenken? Of begrijp je dat ook ander leven betekenis en
waarde heeft? Je antwoorden op deze levensvragen bepalen hoe jij in het leven
staat, wat je doet, welk gedrag je goedkeurt en welk gedrag je afkeurt. Op levensvragen geven mensen heel verschillende antwoorden. Een
antwoord dat iedereen goed vindt, kan op zo’n vraag niet gegeven worden. Dat
komt omdat levensvragen altijd gaan om wat jij hebt meegemaakt
(bestaanservaringen!) in je leven en hoe en met wie jij bent opgevoed en
opgegroeid. Dit is voor iedereen anders, dus ook de antwoorden op
levensvragen zijn voor iedereen anders. Iedereen heeft dus een andere kijk op
het leven: iedereen heeft een eigen
levensbeschouwing! In het vak levensbeschouwing maken we dus een onderscheid tussen
gewone vragen en levensvragen. Kort samengevat: Gewone vragen: Alledaagse en praktische zaken Feiten en afspraken Antwoorden staan vast Levensvragen: Bijzondere en diepere zaken Meningen en ideeën Antwoorden kunnen veranderen
|