H2 : Heb je
geluk of kun je geluk afdwingen?
De Lotto winnen. Altijd goud winnen bij sport.
Een Zondagskind zijn. Geluk hebben! Toch is de manier waarop we kijken naar de maakbaarheid
van geluk- geluk overkomt je of je kunt er zelf van alles aan doen om gelukkig
te worden- verandert. In deze paragraaf gaan we kijken naar de ideeën die
verschillende filosofen en wetenschappers hierover hebben.
2.1. Geluk volgens Pindarus
De Griekse dichter Pindarus (522-443 v.Chr.)
vergelijkt het opgroeiend kind met een plant. Of het jonge plantje zal
uitgroeien tot een mooie en sterke plant is afhankelijk van veel invloeden van
buitenaf. De plant moet van een goede stam komen, moet goed erfelijk materiaal
hebben. Maar dat is niet voldoende want ook het weer moet gunstig zijn: dauw en
zachte regen, geen plotselinge nachtvorst of gure wind. Ook is de zorg nodig
van intelligente kwekers: het tere plantje heeft een goed bemeste bodem nodig,
goed voedsel en voldoende vocht. Als de plant eenmaal groot en gezond bloeit,
kan ze nog steeds door invloeden van buiten worden vernietigd, door storm of
ziekte. Want een plant blijft nu eenmaal een plant: hoe dan ook kwetsbaar en
sterfelijk. De plant is dus van jongs af aan kwetsbaar voor invloeden van
buiten. En omdat de plant een beeld is van de mens, kun je zeggen dat ook de
mens kwetsbaar is voor allerlei invloeden van buitenaf. Hieruit kun je afleiden
dat volgens Pindarus geluk met name ‘geluk hebben’ is. Natuurlijk bezit je in
de basis erfelijk materiaal, maar er zijn heel veel factoren die de verdere
loop van je leven bepalen. Geluk hebben is dan dus iets waar je zelf eigenlijk
geen invloed op hebt, net als het plantje geen invloed heeft op de hoeveelheid
zon of regenwater die het krijgt.
2.2.
Geluk volgens het christendom
Onze voorouders leefden in een christelijke
samenleving. In die samenleving ging het er vooral om dat jij je plicht
vervulde tegenover God en tegenover anderen. In een samenleving waarin er geen
overheid was die voor je kon zorgen wanneer er iets mis ging in je leven en
waarin de technische mogelijkheden ook beperkt waren, kwam het erop neer dat je
er baat bij had om elkaar te helpen en bij te staan in de hoop dat iemand jou
ook zou helpen wanneer je dat nodig mocht hebben.
Jezelf, je eigen geluk opofferen om de ander
bij te staan, was heel verstandig om te doen. Op geluk kon je alleen maar een
beetje hopen. Geluk was wat je toevallig overkwam, bijvoorbeeld doordat je een
goed gevoel overhield aan het helpen van een ander. Het leven op deze manier,
het leven als een goed en behulpzaam mens, vergeleek men met een moeilijk
begaanbaar pad; aan het einde ervan, na dit leven wachtte het geluk in de
hemel, bij God. Geluk tijdens je leven was uiteraard niets in vergelijking met
het geluk dat je wachtte in de hemel! Maar je kon ook de gemakkelijke, brede
weg nemen en volop genieten van het aardse bestaan en je het lot van anderen
niet aantrekken; je kans op geluk na dit leven was daarmee wel verkeken.
Naastenliefde en behulpzaamheid zijn namelijk belangrijke christelijke waarden.
Denk maar aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan!
2.3. Geluk volgens Martha Nussbaum
Voor de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum
(1947) is het beeld van een plant ook heel belangrijk als ze nadenkt over
menselijk geluk. Een plantje kan niet zelf bepalen of het uitgroeit tot een
gezonde en volwassen plant want het is afhankelijk van tal van invloeden van
buiten. Zo is het ook met het opgroeiend kind, dat kan alleen als het goed
verzorgd wordt, uitgroeien tot een goed en gelukkig mens. Maar zelfs dan kan
het misgaan want de mens blijft hoe dan ook, net als een plant, een kwetsbaar
wezen. Ook voor Martha Nussbaum is geluk vooral 'geluk hebben'.
2.4. Geluk volgens Joep Dohmen
Tegenwoordig menen veel mensen binnen onze
samenleving echter dat geluk een keuze is. Het is maakbaar. Geluk lijkt
zelfs een soort plicht te zijn: 'Be happy!'. Volgens filosoof Joep Dohmen (1949) wordt leven zelf door sommigen ervaren
als een soort attractiepark. Overal moet je gelukkig zijn: op school, thuis,
bij het uitoefenen van je hobby's, in je relaties met vrienden en vriendinnen.
Geluk is heel belangrijk om na te jagen - want stel dat je het misloopt. Dus: Als
jij je alleen voelt, bel je iemand voor een afspraak. Heb je honger dan bestel
je een pizza. Bij verveling ga je naar de bioscoop. Wanneer je het idee hebt
dat geluk ècht maakbaar is, dan is de afwezigheid van geluk in je leven, of het
ervaren van pech of ongeluk, wel erg zwaar. Dit zou namelijk betekenen dat je
zèlf verantwoordelijk bent voor je eigen geluk: ‘Het leven is een feest! Je
moet alleen wel zelf de slingers ophangen!’. Maar wat als je nou wèl ongelukkig
bent? Heb je dan niet goed genoeg je best gedaan? Heb je niet hard genoeg gewerkt?
Ben je niet in staat geweest om het geluk af te dwingen? Als je er zo naar
kijkt, voelt het ervaren van pech of ongeluk als een soort falen.
2.5.Geluk volgens Sonja Lyubomirsky
Volgens professor Lyubomirsky (1966) , die
veel onderzoek naar geluk heeft gedaan, is bewezen dat het vermogen om gelukkig te zijn voor 50% vastligt in onze genen. Vanaf
je geboorte, en dit valt niet te veranderen. Voor de ene mens is het dus
gemakkelijker om gelukkig te zijn dan voor de ander. Bij een mens met een redelijk
bestaansminimum, de eerste levensbehoeften, hebben leefomstandigheden slechts
een kleine rol in het ervaren van geluk. Onze leefomstandigheden, arm of rijk, wel
of geen relatie hebben, gezond of ongezond; bepalen maar voor 10% ons geluk. De resterende 40% wordt volgens Lyubomirsky
bepaald door doelbewuste acties die we zelf bepalen. Kortom, volgens haar
kunnen we zelf 40% van ons geluk zelf sturen. Voor 40% is je geluk dus afhankelijk
van bewust gedrag en je eigen gedachten!
OPDRACHTEN
6. Hoe denk jij hierover? Overkomt geluk je of kun je geluk afdwingen.
Waarom denk
je dit?
7. Het idee
dat geluk (voor een deel) maakbaar is, is in. Er zijn heel veel websites en
boeken te vinden met tips om gelukkig
te worden. Lees de volgende tips eens door
en beantwoord de vragen:
ü Wees vriendelijk en open tegen anderen, in een winkel, de trein, op je
school, thuis.
ü Verzorg je zelf goed en ontspan je regelmatig: lichaamsverzorging, spierontspanning,
meditatie, sport.
ü Wees ook positief in je verwachtingen. Probeer je alvast het plaatje voor
te stellen dat je succes hebt, bij sport, op een feest en met vrienden.
ü Schrijf aan het eind van de dag alle meevallers op die je die dag zijn
overkomen.
ü Bij tegenvallers: niet te zwaar aan tillen. Vergelijk jezelf met anderen
die het veel slechter hebben dan jij en bedenk hoeveel erger het nog had kunnen
zijn.
ü Geef niet te snel op.
ü Als iets niet goed is gegaan, bedenk dan hoe je het de volgende keer beter
kunt doen.
ü Leer van wat er fout gaat maar blijf er niet over piekeren. Zet het uit je
hoofd en richt je op iets positiefs in de toekomst.
ü Versterk het geloof in je gevoel dat je voor geluk geboren bent.
a) Welke drie tips om geluk te bevorderen vond je
nuttig? Waarom? Neem de tips over op je iPad!
b) Welke drie tips vond je onzin of niet nuttig?
Waarom? Neem de tips over op je iPad.