Werkboek: Wij denken over de mens en het goede, blz. 54 en 55

  1. Lees de tekst "Existentialistische benadering"
  2. Maak de vragen b, c en d van blz. 54
  3. Schrijf vervolgens in de vorm van een opstel van één kantje op hoe je tegen de vrijheidsopvatting van Jean Paul Sartre aankijkt
  4. Lees onderstaand interview met Dick Swaab en vergelijk zijn mening met Sartre. Geef overeenkomsten en mogelijke verschillen (bij dit laatste onderdeel kun je denken aan de uitgangspunten van humanisten en christenen).

Hebben we een vrije wil zoals een van de uitgangspunten van het humanisme is? Of worden we aangestuurd door processen in ons brein, zoals in de afleveringen van Profiel naar voren komt?

"De huidige kennis van de neurobiologie maakt duidelijk dat van een volledige vrijheid geen sprake kan zijn. Vele erfelijke factoren en omgevingsinvloeden tijdens de vroege ontwikkeling hebben door hun inwerking op onze hersenontwikkeling de structuur en de functie van de hersenen voor de rest van ons leven vastgelegd. Hierdoor hebben wij niet alleen allerlei mogelijkheden en talenten, maar ook vele beperkingen meegekregen. Bijvoorbeeld de aangeboren basis voor de kans op verslaving, de mate van agressie, onze gender-identiteit, seksuele oriëntatie en de aanleg voor ADHD, borderline persoonlijkheidsstoornis, depressie en schizofrenie, maken duidelijk dat ons gedrag bij de geboorte al in belangrijke mate is vastgelegd.
We kunnen wel zien dat er theoretisch een keuze is tussen een relatie met iemand van het andere geslacht of iemand van hetzelfde geslacht, maar onze, al in de baarmoeder vastgelegde seksuele oriëntatie, geeft ons niet de mogelijkheid om uit die theoretische mogelijkheden in vrijheid te kiezen.
Door onze genetische achtergrond en alle factoren die vervolgens op onze vroege hersenontwikkeling hun permanente effect hebben gehad zitten we vol met 'interne beperkingen' en zijn dus niet vrij om te besluiten te veranderen van gender-identiteit, seksuele oriëntatie, het niveau van onze agressie, van ons karakter, religie of onze moedertaal."
Criminoloog Wouter Buikhuisen werd een kwart eeuw geleden verketterd omdat hij de wisselwerking tussen biologische en sociale factoren bij crimineel gedrag wilde onderzoeken. Hoe kijkt u hier tegenaan?

"In de jaren 1960-80 was er een universeel geloof in de maakbaarheid van de mens. Geef iedereen een goede leefomgeving, en alle agressie en criminaliteit zou van de aardbodem verdwijnen. Iemand die er anders over dacht, zoals Wouter Buikhuisen, werd neergesabeld. Nu er weer nagedacht mag worden over de biologische achtergronden van ons gedrag, mag er ook weer gekeken worden naar de vraag waarom de ene persoon agressiever is dan de ander, en de ene eerder met justitie in aanraking kan komen dan de ander.
Sommige kinderen zijn duidelijk agressiever dan andere, en dat kan nogal eens leiden tot een delict. Van de jeugdige delinquenten zit 72 procent in de gevangenis voor een agressief delict. Bij deze delinquenten worden er opvallend vaak psychiatrische stoornissen gevonden, bij mannelijke adolescenten die gevangen zaten zelfs in 90 procent van de gevallen.
Net zoals de mate van agressie al voor een belangrijk deel in de baarmoeder voor de rest van ons leven is vastgelegd, geldt dat ook voor vele andere van onze karaktertrekken. Dit is geen nieuw concept, het was alleen maar een tijdelijk taboe om er over te praten in onze maakbare maatschappij. Dat brengt de mogelijke invloed van ouders en de vele goedwillende opvoedende instanties tot de juiste proporties terug."
Denkt u dat mensen van nature goed zijn, zoals Frans de Waal in zijn Profiel zegt?

"Ik denk dat de mens van nature goede eigenschappen heeft, zoals de Bonobo die bijzonder empathisch is, en van nature ook slechte eigenschappen heeft, zoals de Chimpansee, die zeer agressief kan zijn." Kunt u een ervaring in uw leven noemen waarbij er sprake was van vrije wil of juist determinatie?

"Een voorbeeld van 'determinisme': mijn grootvader was arts, mijn vader was arts, dus ik wist toen ik 6 was dat ik ook arts wilde worden. Zo'n keuze is niet vrij door de voorbeelden die je in de vroege ontwikkeling ingeprent worden, hoewel men mij volkomen 'vrij' in mijn beroepskeuze liet."