Desiderius Erasmus (1466-1536), geboren in Rotterdam als ‘illegale’ zoon van een rooms-katholiek priester uit Gouda, was een groot schrijver en taalkundige. Hij stelde zich bij alle politieke en kerkelijke conflicten in zijn tijd vredelievend op en bestreed iedere vorm van intolerantie. Zijn leven lang probeerde hij het humanisme en het christendom dichter bij elkaar te brengen. In deze periode is nog geen sprake van antigodsdienstigheid (tegen godsdienst ingaan) of ongodsdienstigheid (het zich niet bezighouden met godsdienst omdat men het niet kan beredeneren).

Van zijn vele in het Latijn geschreven geschriften is 'Lof der zotheid' misschien wel het meest bekende. Dit boek vol humor en spot steekt de loftrompet over wat doorgaans als dom en onzinnig wordt beschouwd en relativeert daarmee alles wat als belangrijk gezien wordt. Het werk heeft mensen Afbeeldingsresultaat voor erasmusgeleerd een open blik te houden en met gezond verstand naar de wereld te kijken. Niets te doen ‘omdat het zo hoort’.

Een klein voorbeeld: 'Nodig een wijze uit voor een diner en hij zal het verpesten door te zwijgen als het graf of door zijn gasten met vervelende vraagstukjes lastig te vallen. Vraag hem te dansen en je zult een kameel bokkensprongen zien maken.'

Erasmus gold als een van de meest geleerde mannen van zijn tijd. Hij wordt door latere humanisten en vooral in Nederland vaak als de eerste humanist gezien, omdat zijn vredelievende verhalen hem boven de partijen deden uitstijgen en hij zo een voorbeeld werd voor een iedereen die de hokjesgeest wilde bestrijden.

Erasmus vond vrijheid heel belangrijk. Hoewel hij zich afzette tegen de uiterlijke geloofstekens zoals beelden en bedevaarten omdat hij ze onnodig vond, schreef hij ook dat als iemand dat wel nodig had, hij dat moest kunnen doen. Erasmus wilde niemand iets ontzeggen.

Deze tolerantie zien we nog steeds terug in onze samenleving. Mensen mogen anders zijn, ook al ben je het niet met hen eens.

 

Opdrachten

6

 

Zoek een voorbeeld op van een belangrijke wetenschappelijke/technologische ontwikkeling in de 19e eeuw die (mogelijk) bijgedragen heeft aan het geloof van de menselijke onafhankelijkheid.

 

7

 

Geef een voorbeeld uit de Eerste of Tweede Wereldoorlog waardoor mensen gingen twijfelen aan het optimisme en positieve beeld van de mens dat het humanisme kent.

 

8

 

Schrijf (minimaal) 1 vraag op bij deze paragraaf. Bijvoorbeeld iets dat je niet snapt of waar je meer over zou willen weten.

 

 

 

9

 

Noteer de dikgedrukte woorden uit de tekst van §2 in je schrift en noteer daarachter de betekenis van deze woorden.