Werkstuk levensbeschouwing

Opdracht: maak een werkstuk over jezelf en jouw levensbeschouwing.

Vorm en inhoud.

  1. Voorpagina met een zelfbedachte titel (waaraan een ander jou kan herkennen!), naam en klas, datum. 
  2. Inhoud bestaat uit 2 onderdelen:
    1. Even voorstellen:
      1. Beschrijf jezelf. Alles wat kenmerkend is voor jou.
      2. Vertel iets over je hobby's, vrienden en familie. Alles wat belangrijk is voor jou. Plaats eventueel wat foto's.
    2. Wat is mijn levensbeschouwing?
      1. Wat is belangrijk in het leven? Wat is voor jou het belangrijkste? (Bijvoorbeeld: het meest waardevol, wat kun je echt het minst missen? Waar word je blij van?)
      2. Wie is de mens? (Bijvoorbeeld: heb je een ziel? Leeft die voor eeuwig? Wil je in je leven doen wat het verstandigst is of wil je doen wat het prettigst is?)
      3. Hoe leven mensen samen? (Bijvoorbeeld: hoe vind je dat mensen met elkaar om moeten gaan thuis en op school. En lukt het jezelf ook om je daaraan te houden?)
      4. Wat is de betekenis van lijden en dood? (Bijvoorbeeld: heb je dingen meegemaakt waar je erg veel verdriet van had? Of hoe komt dat eigenlijk allemaal: pijn, verdriet, ziekte?)
      5. Wat is tijd? (Bijvoorbeeld: wat vind je van ouder worden? Wil je heel graag ouder zijn? Hoe denk je dat het leven is als je ouder bent?)
      6. Wat is natuur? (Bijvoorbeeld: wat vind je van de wereld om je heen? Dieren, milieu, sterren. heb je er iets mee?)
      Dit tweede deel is het meest belangrijke deel van het werkstuk. Zorg dat je hier dus verhoudingsgewijs ook de meeste tekst hebt.
  3. Plaats bij elke levensvraag een bijpassende foto of een plaatje of tekening met onderschrift. Hoe persoonlijker hoe beter!