HET NUT VAN LEVENSBESCHOUWING Óf
HOE KOM JIJ AAN JE LEVENSBESCHOUWING?

  • Voorkant voor je werkstuk met daarop een titel, je naam, klas.
  • Schrijf een inhoudsopgave, een inleiding en een conclusie.
  • Het werkstuk moet minimaal 6 bladzijden hebben.
  1. Levensbeschouwing kan mensen helpen om zich prettig te voelen en het kan duidelijkheid en veiligheid in het leven te bieden. Het heeft een aantal voordelen, namelijk:
    • Levensbeschouwing geeft zin; zorgt voor structuur, veiligheid, steun en troost.
    • Levensbeschouwing geeft inspiratie.
    • Geef hiervan een voorbeeld uit een tijdschrift / krant of van internet.
    • Schrijf in minimaal 15 zinnen op waarom jij vindt dat dit verhaal laat zien hoe deze persoon structuur en veiligheid, zin, steun en troost of inspiratie heeft gevonden.
  2. Waar zoek jij je steun of troost als jij deze nodig hebt? Het kan zijn dat je een symbool hebt (een knuffel, een ketting, een tennisracket) dat jouw het gevoel kan geven dat het allemaal wel weer goed komt. Het kan ook zijn dat je een of meerdere personen of dieren hebt waar je altijd bij terecht kunt. Of een bepaalde plaats (een stoel, de tuin, de kerk) waar jij voelt dat het alles goed is.
    • Schrijf een zelfverzonnen of waar gebeurd verhaal/gedicht over steun en troost van minimaal 15 zinnen.
  3. Interview een medeleerling / vriend(in) / familielid over zijn/haar levensbeschouwelijke opvoeding. Stel onder andere de volgende vragen:
    • Welke standpunten over wat belangrijk is in het leven, heb je meegekregen in het leven? Bijvoorbeeld: is geld belangrijk in het leven?
    • Welke standpunten over het wezen van de mens, heb je meegekregen van je ouders? Bijvoorbeeld: zijn mensen te vertrouwen?
    • Welke standpunten over omgaan met anderen, heb je meegekregen van je ouders? Bijvoorbeeld: met wie mag je wel omgaan en met wie niet? Of: mag je wel of niet geweld gebruiken tegen andere mensen?
    • Welke standpunten over tijd heb je meegekregen van je ouders? Bijvoorbeeld: hoe is de wereld ontstaan? Of: is er iets na dit leven?
    • Welke standpunten over lijden en dood heb je meegekregen van je ouders? Bijvoorbeeld: hoe moet je omgaan met het verlies van een goede vriend?

Maak van dit interview een verslag.