GELUK

1.       Bijna 90 % van de Nederlanders zegt volgens het CBS gelukkig te zijn.

2.       Ook de jongeren zijn volgens het CBS gelukkig, maar wel vaak moe.

-          85 % jongeren tussen 18 en 25 is tevreden over het leven

-          3 % is ontevreden

-          50 % is vermoeid

-          54 % vrouwen en 28 % mannen tussen 18 en 25 jaar voelt zich wel eens onveilig

3.       Meer dan  1 miljoen Nederlanders had depressie. Volgens NRC slikt ruim een miljoen Nederlanders antidepressiva.

4.       Wat is geluk?

-          Trefwoorden uit de klas:gezondheid> tevredenheid> blijheid> prettige manier van leven> vrienden> familie> lekker eten>  vakantie> weinig stress> behoeften die uitkomen> een glimlach> God.

-          Perspectief: blz. 166 tm. 169 [17.2 Wat is geluk? , paragraaf: Hebben en zijn]

-          Geluk is een gebeurtenis met gunstige loop van omstandigheden door lot of toeval [geluk hebben]

-          Geluk is een emotie die een vrolijk, tevreden of ontspannen gevoel, genot, vreugde betreft [gelukkig zijn]

-          Het is een persoonsgebonden, [on]grijpbaar gevoel van welbevinden, de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt.

5.       A-B-C van geluk

a.       Autonomie: de vrijheid hebben om je eigen keuzes te maken.

b.      Betrokkenheid: je verbonden weten met andere mensen.

c.       Competentie: het gevoel dat je goed bent in wat je doet.

6.       Billie Eilish is volgens Humo één van de meest gestreamde artiest ter wereld, maar ze zegt zelf: ik heb maar één of twee vrienden. Mijn psychotherapeut is de enige persoon op aarde met wie ik écht kan praten.

7.       Relatie moeder/dochter loopt scheef.

-          Lezen en samenvatten blz. 166 tm. 169

-          Beantwoorden : opdrachten 47: Wat is het ongrijpbare van geluk? en 54: Waarom is de ervaring van geluk zo sterk persoonsgebonden?  

8.       Paradox [Perspectief: 17.4 Pieken en dalen, paragraaf Tegenstrijdig]

-          Zoek een goed voorbeeld van een paradox?

-          Maak samen een definitie van een paradox : schijnbare tegenstelling

-          Klassikale bespreking :

a.       Je weet pas wat geluk is als je ook ongeluk kent.

b.      Zo sterk als een baby

c.       Zo snel als een slak

d.      De grote constante in het leven is verandering

9.       Drie paradoxen van geluk

a.       Iets waar je heel gelukkig mee bent, kan je ook [heel veel] zorgen geven waardoor het lijkt alsof het geluk meer ongeluk brengt.

b.      Als je geluk hebt bereikt gebeurt het vaak dat je het niet als geluk blijft ervaren waardoor het lijkt alsof we nooit helemaal gelukkig kunnen zijn.

c.       Sommige mensen stellen dat je geluk alleen kunt kennen als je ook hebt ervaren wat ongeluk is. En als je ongeluk kent, kun je dan wel echt gelukkig zijn.

10.   Groepsopdracht: Paradox van geluk

a.       Zie blz. 180 van Perspectief , daar staan twee voorbeelden van paradox. Benoem ze en leg uit waarom het volgens jou een voorbeeld van een paradox is. Wat is de schijnbare tegenstelling?

b.      Lees bron 17,18, 21, 23 en 25 [ Perspectief : blz. 176 tm. 183]: paradox van geluk? Beargumenteer telkens je conclusie. Wat is de schijnbare tegenstrijdigheid.

11.   Groepsopdracht: Wegen naar geluk [Perspectief: 17.3 Wegen naar geluk]

a.       Wordt ‘geluk hebben’ bepaald door het lot of door toeval?

b.      Wordt ‘gelukkig zijn’ bepaald door het lot of door toeval?

c.       Welke factoren zijn bepalend voor geluk?

12.   Geluk: toeval, lot of maakbaarheid?

-          Toeval is dat een gebeurtenis ongepland plaatsvindt zonder achterliggende bedoeling

-          Het lot is een onontkoombaar, vooraf vastgelegd verloop van gebeurtenissen.

-          Maakbaarheid is de mate waarin een gebeurtenis geconstrueerd, gevormd, gemaakt kan worden. Je maakt je eigen geluk. Dan is geluk dus een rationele keuze.

13.   Wegen naar geluk

-          Bij toeval niets over de weg te zeggen, toeval bepaald wat op je weg komt

-          Bij lot niets over de weg te zeggen, de weg ligt er al. Is voorbestemd, je kunt hem alleen maar volgen.

-          Bij maakbaarheid alles over de weg te zeggen. Geluk is iets waaraan je zelf kunt en moet werken. Of je dat doet heb je zelf in de hand, daarmee is geluk dus een keuze.

14.   Enkelvoud of meervoud [17.2 Wat is geluk? Paragraaf : Enkelvoud of meervoud ]

-          Heeft jou geluk te maken met het geluk van anderen?

-          Wordt jij gelukkig als je anderen gelukkig maakt?

-          Kun je gelukkig zijn als anderen om je heen ongelukkig zijn?

15.   Wegen naar geluk

Als je zelf aan je geluk gaat werken dan kun je dat op twee manieren aanpakken, kun je voor twee hoofdwegen kiezen.

-          Individuele weg voor enkelvoudig geluk : egoïsme; positief egoïsme;hedonisme

-          Gemeenschappelijke weg voor meervoudig geluk

16.   Meervoudig geluk via gemeenschappelijke weg

-          Altruïsme [zie pt. 18]

-          Naastenliefde : Jezus: Heb je naaste lief als jezelf!

-          Mededogen : om iemand geven die bijvoorbeeld in nood is.

-          Levinas en de Ander: door het gesprek met de ander kom je zelf tot ontwikkeling. Face to face!  Je hebt elkaar nodig om in die zin gelukkig te kunnen leven!

-          Ubuntu: menselijkheid tegenover elkaar. Openheid naar elkaar zoals verwoord door o.a. Desmond Tutu en Mandela. Zuid Afrikaanse filosofische stroming.

-          Utilitarisme [of Utilisme] : een handeling is goed wanneer zij bijdraagt aan het vergroten van het geluk van zo veel mogelijk mensen. In sommige gevallen kan het doel dus de middelen heiligen! Zelfs martelingen! 

17.   Over egoïsme

-          Egoïsme is streven naar je eigen belang en voordeel.

-          Egoïstisch zijn heeft positieve kanten: gericht op je eigen  voordeel; het is een manier van veroverleven.

-          Egoïstisch zijn heeft ook negatieve kanten: geen rekening houden met het welzijn of geluk van anderen; ikke- ikke en de rest kan stikken!

18.   Over Altruïsme

-          Altruïsme is handelen naar het  belang van anderen zonder er zelf beter van te willen worden.

-          Positief aan altruïsme is: gericht zijn op het belang van anderen.

-          Valkuil is: volledige opoffering; je eigen welzijn/geluk vergeten.

19.   Positief egoïsme

-          Streven naar eigen belang en voordeel [zelfzorg] en daarbij toch rekening houden met het welzijn of geluk van anderen, dat niet te schaden.

20.   Geluk en zingeving [Perspectief: 17.5 Geluk en zingeving]

Definitie en 3 kenmerken van zin

-          Definitie: Zinbeleving is het gevoel dat het leven uiteindelijk de moeite waard is.

-          Daar horen 3 kenmerken bij:

a.       We ervaren de situatie als waardevol, de situatie vertegenwoordigt een waarde die we nastreven

b.      We herkennen ons in iets of iemand, bijvoorbeeld God, we kunnen ons met iets of iemand identificeren, bijvoorbeeld Jezus

c.       We hebben gevoelens van willen, dat we er zin in hebben.

21.   Twee niveaus van zin[geving]

-          Zin of onzin van alledaagse handelingen.

-          Dingen of gebeurtenissen die je diep raken [existentieel] en verder gaan dan het alledaagse, ze overstijgen dat niveau.

22.   Drie negatieve bestaanservaringen die de zinvraag oproepen

-          Fundamentele behoeften worden niet [meer] bevredigd.

-          Een gevoel van leegte in het bestaan ervaren.

-          Een persoonlijke catastrofe.

23.   Geluk als  ultieme drijfveer [Perspectief blz. 162]

-          Aristoteles [384-322 v. Chr.]: van alles wat we willen bereiken of bezitten is geluk volgens Aristoteles de onderliggende drijfveer.

-          Professor Martin van Hees zegt hierover: geluk is de hoogste waarde en andere waarden zoals vrienschap, rechtvaardigheid en vrijheid moeten bijdragen aan dat geluk.

24.   Gelukkig leven en zinvol leven [ Perspectief: blz. 188 en blz. 189 [bron 33]:

-          Psycholoog Pieter Hoekstra  is het niet helemaal eens met Aristoteles en legt de nadruk op een zinvolle invulling van ieder leven. Op zijn of haar manier. Dat geeft geluk en perspectief. Alles hebben maakt niet automatisch gelukkig. We willen ook het gevoel hebben dat het goed is dat we er zijn.

25.   Drieslag

-          Vragen herhalen

-          Begrippen/ theorie uitleggen

-          Antwoord geven op de vraag door begrippen/theorie toe te passen op de vraag.