Wat  is ethiek?

Hoofdstuk 15: Principes [bladzijde 87 v.v.]

1.     Ethiek is nadenken over de vraag wat goed mensen handelen is. Of de leer van goede en kwaad.

2.     Waarden, normen en principes zijn:

-         Een waarde is een principe of ideaal dat je wil bereiken of vasthouden. Een waarde streef je na.

-         Een norm is een regel voor ons gedrag [gedragsregels] om een waarde te bereiken of vast te houden.

          -     Een principe is een regel voor ons gedrag [om een waarde te bereiken of vast te houden] waar je niet van wilt afwijken, zo belangrijk is het. 

3. Waarin zijn principes en normen hetzelfde? 

- Ze zijn beide regels voor ons gedrag.

- Een principe is een bijzonder soort norm, namelijk een norm waar we niet van af willen wijken.

Waarin zijn prikkels en waarden hetzelfde?

- Een principe en waarde zijn natuurlijk wel aan elkaar verbonden.

- Via een principe probeer je een waarde te bereiken of vast te houden. Maar ze zijn niet hetzelfde! 

 

4 .    Extra uitleg waarden en normen:

Wat is een waarde?

 

·         Je kunt een waarde vaak in 1 woord uitleggen dus

Beleefdheid - in plaats van - ik wil altijd netjes en beleefd zijn

 

·         Een waarde is positief opgeschreven (zonder ontkenning):

Samenwerking - in plaats van - niets alleen doen

Voorbeelden van waarden       

                                                              

 


Avontuurlijkheid

Behulpzaamheid

Beleefdheid

Beroemdheid

Betrouwbaarheid

Blijdschap

Competitie

Dapperheid

Democratie

Deskundigheid

Dienstbaarheid
Eer

Eerlijkheid

Excelleren

Familie

Fatsoen

Geduld

Gehoorzaamheid

Gelijkheid

Gelijkwaardigheid

Geloof
Geluk
Geweten
Gezelligheid
Gezondheid
Glorie
Goedheid
Harmonie
Humor
IJverigheid
Integriteit
Kameraadschap
Kennis
Kwaliteit
Liefdadigheid
Liefde
Lol
Loyaliteit
Macht
Menselijkheid
Nuttigheid
Onafhankelijkheid
Onbaatzuchtigheid
Ondernemerschap
Ontspanning
Openheid
Overgave
Passiviteit
Plezier
Rechtvaardigheid
Respect

Rijkdom
Rust
Samenwerking
Schoonheid
Solidariteit
Spontaniteit
Sportiviteit
Standvastigheid
Stiptheid

Succes
Tevredenheid
Toewijding
Tolerantie
Traditioneel
Trouw
Uiterlijk
Vaderlandsliefde
Vastberadenheid
Veiligheid
Veranderlijk
Verantwoordelijkheid

Verbondenheid
Vermaak
Verrassend
Vlijt
Vrede
Vriendelijkheid
Vriendschap
Vrijheid
Vrolijkheid
Waardigheid
Wedijver
Welvaart
Wijsheid
Zelfbepaling
Zelfbeheersing
Zelfbeschikking
Zelfstandigheid
Zorgzaamheid

     

Zie onderaan 6  opdrachten over waarden & normen en principes.

 

Wat is een norm?

Een norm is een regel voor ons gedrag (gedragsregel) om een waarde te bereiken of vast te houden.

 

·         Als een norm dus niet vertelt hoe je moet handelen, hoe jij je moet gedragen dan is het geen norm.

 

·         In een norm zit dus altijd een werkwoord:

Een norm bij de waarde schoonheid is dus niet ‘kort verzorgd haar’. De woorden ‘kort verzorgd haar’ beschrijven hoe iets eruit ziet, niet het gedrag wat wij kunnen doen om die waarde schoonheid te bereiken of vast te houden. De goede uitwerking van de norm voor kort verzorgd haar is:  ‘Zorg ervoor dat je altijd kort verzorgd haar hebt’ of ‘Ga minimaal één keer per twee weken naar de kapper om ervoor te zorgen dat je haar niet langer wordt dan één centimeter.’

 

·         Een norm wordt beter, duidelijker als deze zo concreet mogelijk het verwachte gedrag beschrijft. Dus de norm ‘Poets drie keer per dag minimaal twee minuten je tanden, telkens na een maaltijd’ is een concretere  norm dan ‘Poets je tanden’.

 

·         Er zijn geschreven en ongeschreven normen:

Ø  Voorbeeld:normen

Ø   zijn wetten, spelregels en  regels op school.

Ø  Die kun je opzoeken en  zelfs nalezen.

Ø  Voorbeeldzonder papier : normen zijn    . Ongeschreven normen kom je alleen te weten als iemand ze aan jou verteld.

 

 

Voorbeelden van normen:

 

Ø  Je moet drie keer per dag minimaal 2 minuten je tanden poetsen

Ø  Je moet regelmatig je handen minimaal 20 seconden wassen met zeep

Ø  Als je voetbal speelt mag je de bal niet met je handen aanraken

Ø  Jongens en meisjes douchen gescheiden

Ø  Je opa en oma één keer per week bezoeken

Ø  Als iemand vraag om hulp zal ik mijn best doen om die te geven

Ø  Je mag niet pesten

Ø  Je mag geen medemensdoden


Levensbeschouwelijke invalshoek op onze werkelijkheid

Over levensbeschouwelijke vragen, levensvragen en ethische vragen.                  

 

Op school zijn veel verschillende vakken. Zij gaan allemaal over dezelfde werkelijkheid. Het verschil is dat de vakken deze werkelijkheid vanuit verschillende invalshoeken bekijken.

Een ander woord voor invalshoek: perspectief of optiek. Bij elk vak zet je als het ware een andere bril op om naar de werkelijkheid te kijken. Bij biologie een biologische bril, bij geschiedenis een historische bril, enzovoort.  Neem bijvoorbeeld water:

Ø  Bij biologie kan worden uitgelegd hoe planten kunnen overleven met heel weinig water.

Ø  Bij aardrijkskunde kan worden bekeken hoe de aanwezigheid van drinkwater bepaalt waar mensen gaan wonen

Ø  Bij economie kan het gaan over de invloed van het gebrek aan zuiver water op de economie van het land

Ø  Bij scheikunde over de scheikundige formule van water.

Ø  Bij geschiedenis kan het gaan over de watersnoodramp van 1953 in Zeeland en Zuid-Holland.

Ø  Bij levensbeschouwing over de symbolische betekenis van water in rituelen bij geboorte en afscheid. Bijvoorbeeld de doop en rituele wassing.

 

Elk vak, elke invalshoek, stelt eigen vragen aan de werkelijkheid. Bij biologie stel je biologisch vragen, bij economie stel je economische vragen enzovoort.  Bij het vak levensbeschouwing stel je levensbeschouwelijke vragen.

 

Er zijn 2 soorten levensbeschouwelijke vragen:

Levensvragen:

Ø  Vragen naar de diepere betekenis, de zin of bedoeling van iets.

Ø  Er zijn geen vaste antwoorden; mensen geven vanuit verschillende visies verschillende antwoorden op dezelfde levensvraag.

Ø  Antwoorden zijn vaak voorlopig; door ervaringen in het leven en nieuwe kennis verandert onze kijk op het leven en daarmee vaak ook de antwoorden die we geven op levensvragen.

Ø  De vragen raken ons vaak persoonlijk en de antwoorden die we geven zijn persoonlijk.

 

Bijvoorbeeld:

Wat is de zin van het leven als we toch dood gaan?

Is gelukkig zijn, gezond zijn of rijk zijn het belangrijkste in het leven?

Wanneer is een vriendschap nu echte vriendschap?

Waarom moest hem dat nou juist overkomen?

 

Ethische vragen:  

Ø  Vragen over wat goed menselijk handelen is, de kwesties van goed en kwaad.

Ø  Ethische vragen gaan altijd over het handelen van mensen, over wat we moeten DOEN.

Ø  Er zijn ook hier geen vaste antwoorden; mensen geven vanuit verschillende visies verschillende antwoorden op dezelfde ethische vraag.

Ø  Antwoorden zijn vaak voorlopig; door ervaringen in het leven en nieuwe kennis verandert onze kijk op het leven en daarmee vaak ook de antwoorden die we geven op ethische vragen.

Ø  De vragen raken ons vaak persoonlijk en de antwoorden die we geven zijn persoonlijk.

 

 

 

Bijvoorbeeld:

Ø  Mogen wij cosmetische chirurgie toepassen op jongeren? (let op: het gaat dus niet om de vraag of het volgens de wet mag, maar of we het menselijk goed of slecht vinden)

Ø  Mag ik soms liegen tegen vrienden/ouders/docenten? (met andere woorden ben ik menselijk goed bezig als ik lieg tegen een vriend/ouder/docent?)

Ø  Mag ik nog wel op vliegvakantie gaan van mijzelf nu ik weet hoe slecht het is voor de opwarming van de aarde?

Ø  Is het goed menselijke handelen als we de doorstraf toepassen?

 

 

Leren van de antwoorden van anderen op levensbeschouwelijke vragen

Bij levensvragen en ethische vragen zoeken we naar persoonlijke antwoorden, je eigen antwoorden, je eigen mening. Voor het vormen van die eigen mening, je eigen standpunt kunnen we leren van de antwoorden van andere mensen nu en vroeger. Mensen die door levenservaring of door diep nadenken tot antwoorden zijn gekomen die we zelf nog niet hadden bedacht. Door naar die mensen te luisteren, door hun antwoorden te lezen en te bestuderen, verrijken we onze eigen mening, onze eigen persoonlijke antwoorden.

OPDRACHTEN

1.       Lees de twee teksten hierboven bij punt 3 : Wat is een waarde? En Wat is een norm?

2.       Bedenk twee waarden die jijzelf belangrijk vindt en bedenk voor elk van deze waarden een concrete norm die jij hanteert om die waarde te bereiken of vast te houden?

3.       Bedenk twee waarden die je ouder[s]/verzorger[s] belangrijk vinden en bedenk voor elk van deze waarde te bereiken of vast te houden.

4.       Welke waarde wordt in deze Covid-19 ofwel coronacrisis als belangrijkste waarde gezien in onze samenleving?

5.    Bedenk 4 normen die de waarde van vraag 4 kan vast houden? Dus: wat moet/kan je doen?