Nadere Uitleg bij de
basiskaart I en Oefenmodel voordat je begint.
Kenmerken van waarden
1. Een principes of ideaal die je wil bereiken of vasthouden. Een waarde streef je na.
2. Druk je meestal uit met één positief woord, bijvoorbeeld liefde, welvaart, vrijheid, geluk, vriendschap, gezondheid.
3. Ze zijn vaak onbewust - en onuitgesproken - aanwezig in wat mensen doen of laten.
• Een voorbeeld: zonder dat je er verder over nadenkt, laat je tijdens een discussie iemand anders rustig uitspreken. De waarde die daar achter steekt – zonder dat jij je dat steeds bewust bent - is 'respect'.
4. Ze zijn meestal collectief: veel mensen hebben dezelfde waarde. In Nederland zijn belangrijke waarden bijvoorbeeld: veiligheid, tolerantie, gezondheid, welvaart, vrijheid.
Wat waren ook al weer normen?
Een norm is een regel voor ons gedrag (gedragsregel) om daarmee een waarde te bereiken of vast te houden.
Een norm wordt ons voorgeschreven of we leggen die onszelf op.
Kaart 1 = beschrijving van de aan jullie gegeven waarde. Deze beschrijving is een EIGEN weergave van wat de waarde inhoudt. Een externe bron mag niet gebruikt worden (woordenboeken, internet).
Maak een beschrijving van de waarde: als voorbeeld:
- Gezondheid> Wat is gezondheid?
Maak een beschrijving van de persoon:
- Henk is Henk
Maak een beschrijving van de persoon [en de waarde en normen waar Henk vanuit gaat]:
- Kenmerken van Henk
- Wat doet Henk zo elke dag?
- Wat mag wel en wat mag niet bij Henk?
- Plekken of momenten waar we Henk tegenkomen.
- Moeilijke keuzes waar Henk bij is betrokken.
a. Neem je eigen persoon en oefen met dit Henk model.
b. Doe dit opnieuw met je waarde als uitgangspunt
c. Tenslotte hoe pas je het toe? Herhaal dus met je normen.
LET NU OP!!!!!!!!!!!!!!!!
Waarden waaruit je als tweetal kunt kiezen:
Je mag in elke klas maar één keer een waarde kiezen.
Geef zo snel mogelijk door welke waarde je wilt. En zet er klas en jullie namen bij.
Als je een dubbele waarde hebt moet je een andere waarde kiezen.
Uit deze waarden kun je kiezen:
Authenticiteit/Behulpzaamheid/Besluitvaardigheid/Betrokkenheid/Betrouwbaarheid/
Creativiteit/Dapperheid/Doorzettingsvermogen/Discipline/Dankbaarheid/Deskundigheid/
Gedrevenheid/Gehoorzaamheid/Geloofwaardigheid/Geduld/Innovatie/Inlevingsvermogen/
Integriteit/Originaliteit/Loyaliteit/Overgave/Ordelijkheid/Rechtvaardigheid/Rust/
Solidariteit/Trouw/Privacy/Liefdadigheid/Veiligheid/Volharding/ Verantwoordelijkheid/
Verdraagzaamheid/Waarheid/Wijsheid/IJver/Zelfstandigheid/Zorgzaamheid.