Beste Marco Borsato,

Wij hebben een paar lessen over Warchild gehad en het heeft me erg geraakt. De verhalen van de kinderen zijn zo afschuwelijk, wat ze allemaal hebben meegemaakt is onvoorstelbaar. Ik vond de film er heftig, omdat je dan al die kinderen ziet en de verhalen hoort, maar aan de andere kant was het wel mooi om te zien dat er zoveel mensen willen helpen. Ik vind dat die kinderen een normale toekomst nodig hebben en je ziet ook dat ze stap voor stap gelukkiger worden. het gebruiken van drank en drugs bij kinderen vind ik ook niet normaal en hoe wreed mensen kunnen zijn. Ik zou die kinderen graag willen helpen alleen weet ik nog niet hoe. Na de film was ik wel een beetje verdrietig , omdat je al die kinderen ziet en ik zit te zeuren dat ik naar school moet ofzo. Hoe is het eigenlijk om ambassadeur te zijn van Warchild? En wat moet u dan allemaal doen? En hoe is het nou om met die kinderen te werken? Mij lijkt het heel leuk om met die kinderen te werken, om te zien dat ze je steeds meer gaan vertrouwen dat vind ik mooi. Het zet je ook wel aan het denken van hoe zou het zijn als ik een kindsoldaat was, maar dat is gewoon onvoorstelbaar. Als ik zelf een keer mee mocht dan zou ik de kinderen leren muziek maken, omdat ik zelf dwarsfluit speel en dat helpt mij om mijn verdriet te verwerken, want mijn tante, opa, opa en oom waren overleden en op alle begrafenissen heb ik dwarsfluit gespeeld, dat heeft me enorm geholpen. ik zou dan ook cd's meenemen om de liedjes van nu te laten horen aan de kinderen. Op de muziek die op de cd's staan zou ik ze willen leren dansen alleen dan een beetje hiphop. Ik zou ook graag geld willen inzamelen voor de kinderen alleen ik weet nog niet hoe ik dat ga doen. Het mooiste van Warchild vind ik dat ze die kinderen willen helpen en er alles aan doen om ze weer gelukkig en een normaal leven te geven. Wat kunnen mensen doen om Warchild te helpen? En wat heeft u allemaal gedaan voor Warchild? Het zou fijn zijn als ik antwoorden krijg op deze vragen.

Vriendelijke groet,

Merel Nijsten

1B Peellandcollege, juni 2011