Grondbeginselen van de rechtsstaat

  • Ontstaan van rechtsstaat: Franse revolutie maakte een einde aan de absolute macht van de koning. [1789]
  • Om machtsmisbruik in de toekomst te voorkomen werden de belangrijkste rechten en plichten opgenomen in de Franse Grondwet.
  • 1948: Thorbecke zorgde er in Nederland voor dat de macht van de Koning grondwettelijk aan banden werd gelegd.
  • 1983, sociale grondrechten in grondwet opgenomen: overheid moet actief streven naar goede gezondheidszorg en inkomen voor iedereen.
  • De grondwet is een belangrijk bindend middel in een multiculturele samenleving.
  • Uitgangspunten grondwet:
    • bescherming tegen de macht van de overheid.
    • wens van de burgers om gelijk te worden behandeld
    • wens van de burgers om in vrijheid te leven.
  • Trias politica (van Montesquieu): het principe van de scheiding van de machten om te voorkomen dat één persoon of instantie alle politieke macht krijgt.
  • De wetgevende macht stelt wetten vast waar de burgers en overheid zich aan moeten houden.
  • Uitvoerende macht: zorgt ervoor dat goedgekeurde wetten worden uitgevoerd. De ministers (regerin) zijn verantwoordelijk.
  • Rechterlijke macht: onafhankelijke rechters beoordelen of mensen, rechtspersonen of de overheid de wetten hebben overtreden. Ze doen uitspraak en mogen iemand bestraffen.
  • De scheiding der machten is niet compleet: de regering heeft zowel uitvoerende als wetgevende macht.
  • De machten controleren elkaar en houden elkaar scherp. Checks en balanses.
  • Onafhankelijke rechters zorgen ervoor dat iedereen zijn recht kan halen, beschermd wordt ten ongeoorloofd overheidsoptreden en zorgt ervoor dat mensen geen eigen rechter gaan spelen.
  • Vier soorten grondrechten: blz 34 boek.
  • Eerste drie soorten zijn de klassieke grondrechten: zorgen voor de vrijheid en gelijkwaardigheid van burgers.
  • Legaliteitsbeginsel: kunt alleen voor iets straffen als het in de wet staat.
  • Strafmaat: in de wet staat voor ieder strafbaar feit de maximale straf.
  • Ne bis in idem: je kunt niet voor de tweede keer voor hetzelfde feit worden vervolgd.

Maken en Leren: 4, 8, 9, 10, 11 en 12